Vragen

ALGEMEEN

  • 1a. Waarom /Waarvoor bevrijdde God de Israëlieten uit Egypte?
    1b. Hoeveel Israëlieten werden er uit Egypte bevrijd?
  • 2a. Welk feest vierden de Israëlieten vóórdat ze Egypte verlieten?
    2b. Welke verplichte feesten waren er nog meer?
  • 3a. Waarom moest de tabernakel in het midden van het volk worden opgesteld?
    3b. Wat betekent dat voor ons nu?
    3c. Wat zegt het Nieuwe Testament over God (Jezus) in het midden?
    3d. Wat zeggen de woorden: belangrijk, opvallend en waardevol jou in deze context?
  • 4: Wie maakte het ontwerp voor de tabernakel?
    1. De Here God Ex.26:30, Ex.25:9 en 40, Hebr. 3:4 en 8:5, Ef. 1:21, 1 Cor. 3:9,10 .
    2. Mozes Ex. 25 tot 39
    3. Bezaleël Ex 31:2-3,31-32 35:30-33, 36:1,37:1,10,38:22
    4. Oholiab Ex. 31:6 35:34 36:1,2 37: 2 10; 38:23
    5. Ieder die kunstvaardig was Ex 31:6
  • 5a. Wie leverde de materialen?
    5b. Onder welke voorwaarden werden die geleverd?
    5c. Hoe kwamen ze a.d. materialen? (Ex.30:11-16, 25:1-7, 35:5, 21, 22,25, 26, 29.36: 2,3,7)
  • 6. Waaraan denk je bij het zien van de verschillende materialen voor de tabernakel?
    (linnen-hout-koper-zilver-goud-edelstenen)
  • 7. Waarom wilde God de tabernakel laten bouwen?
    (denk aan deze woorden: wonen, samenkomen, spreken, wandelen, dienen, schaduw)
  • 8. Waar en wanneer werd de tabernakel gebouwd?Wat ging er aan vooraf?
  • 9. Welke getallen en hun betekenis in de Bijbel?
  • 10. Maak bij elke vraag een toepassing wat het voor mij/ons NU betekent?

VOORHOF – DE OMHEINING

  • 11. Wat is de boodschap van het witte linnen kleed rond de voorhof?
  • 12. Hoe kunnen wij, symbolisch bedoeld, een paal in de voorhof worden?
  • 13. Wat betekent het koper(van de voet) en het zilver (op de top) van de paal?
  • 14. Wat betekent de zilveren stang tussen de palen?
  • 15. Waarom moest de poort naar het oosten gericht zijn?
  • 16. a. Welke plaats hadden de stammen gekregen t.o.v. de tabernakel?
    b. Waarom bijv. Juda aan de oostkant?
    c. Waar woonden de Levieten? Waarom?
  • 17. Wat is de betekenis van deze toegang? (grens-doorgang-weg-deur-plaats van rechtspraak)
  • 18. Wat was de taak van de poortwachter? Wie waren het?
  • 19. Noem redenen waarom mensen niet/wel naar binnen gaan.
  • 20. Wie mochten/konden binnenkomen? En hoe?

VOORHOF – BRANDOFFERALTAAR

  • 21 a. Waarom was het eerste voorwerp als je naar God ging het ‘ brandofferaltaar’?
    b. Waarom/waarvoor zaten er horens aan?
    c. Werden er ook zond- en schuldoffers gebracht op het brandofferaltaar?
    d. Waarom wel/niet? Wat wel/niet?
  • 22. Welke offers werden gebracht? Wanneer? Waarom? Wat is hun betekenis?

VOORHOF – WASVAT

  • 23. a. Waarom moesten de priesters zich wassen voordat ze in het Heilige binnengaan?
    b. Moeten wij ook onze handen en voeten wassen als we God willen dienen?
  • 24. Wat betekent het wasvat nu?
  • 25. Waar was het wasvat van gemaakt? Waarom?
  • 26. Waar kwam het water vandaan wat in het wasvat zat?

DE TABERNAKEL

  • 27. Uit welke onderdelen bestaat de tabernakel? Wat is hun betekenis?
  • 28. Welke namen hebben de kleden over de tabernakel? Wat is hun betekenis?
  • 29. Waarmee zijn de gelovigen van nu bekleed als je kijkt naar de tabernakel?
    (als voorafschaduwing)
  • 30. Waarom is de beschrijving van de tabernakel NU nog zo belangrijk?
  • 31. Waar zie je jezelf terug in de tabernakel?
  • 32. Waar zie je Jezus in de hele tabernakel (dienst)?

HET HEILIGE – DE KANDELAAR

  • 33. Waarom zou de amandelboom als motief gekozen zijn voor de kandelaar?
  • 34. Wie moest de lampen brandende houden? Hoe deed hij dat?

HET HEILIGE – DE TAFEL MET TOONBRODEN

  • 35. Welke namen hebben toonbroden in de Bijbel? Waarom 12 toonbroden?

HET HEILIGE – HET REUKOFFERALTAAR

  • 36. Waarom zitten er ook hoornen aan het reukofferaltaar?

HET HEILIGE – HET VOORHANGSEL

  • 37a. Waar denk je aan bij het voorhangsel? Wat staat erop? Waarom?
    b. Hoeveel (deuren)moest je passeren vóórdat in het heilige der heilige was?

HET HEILIGE DER HEILIGEN – DE ARK

  • 38. Waarvan was de ark gemaakt? Wat zit er in de Ark? Waarom?
  • 39. Wat lag er op de Ark? Waarom staan er engelen op die naar het deksel kijken?
  • 40. Waarvoor diende de wolk/vuurkolom?